Op de fiets dwars door het Drentse land
Langs de Aa en door het zand
En als ik dan nog steeds niks hoor
Dan fiets ik door
Een B-weg langs een boerderij
Via de brink, over de hei
Waar is mooie muziek voor mij
Daar ga ik voor!
Met tegenwind naar het eerste koor
La Fornaccia, ja heb je ‘m door
A capella en in koor
In de Magnuskerk
Popmuziek in een grote zaal
Dat allemaal voor Pedaal Vocaal
Ze fietsen, zingen allemaal
Wat toch een prachtig werrek!
Wie döt mij wat, wie döt mij wat!
Wie döt mij wat vandage
‘k Heb de baanden vol met wind,
Nee ik heb ja niks te klagen!
Wie döt mij wat vandage,
Ik zol haost zeggen: Ja het mag wel zo!
Na de lunch ga ik los
Met vliegende vaart door het Kniphorstbos
Het paadje door de Strubben is
gevonden
Ik wil nog naar dat ene koor
“k Ben wat laat dus trap ik door
Straks mis ik het concert
En dat is zonde
Wat zal ik doen, ik wil alles zien
Vijf optredens dat lukt misschien
Ik wil eigenlijk ook wel naar
Gasteren
Brinkzicht daar doet ook weer mee
En dan naar ’t Drenstche Aa Café
De Zeegster Hoeve is oké
De tijd is omgevlogen!
Wie döt mij wat, wie döt mij wat!
Wie döt mij wat vandage
‘k Heb de baanden vol met wind,
Nee ik heb ja niks te klagen!
Wie döt mij wat vandage,
Ik zol haost zeggen: Ja het mag wel zo!
Tekst: Akke Feenstra, Maarten Dollekamp, Daniël Lohues
Muziek Daniël Lohues